In het scholenlandschap onderscheidt men vier soorten spijbelaars.

    1. Incidentele spijbelaar: persoon spijbelt wel eens maar zonder regelmaat.
    2. Berekende spijbelaar: persoon blijft bewust weg uit specifieke les of bij leerkracht.
    3. Periodieke spijbelaar: persoon spijbelt de ene periode wel, de andere periode niet.
    4. Problematische spijbelaar: persoon is ingeschreven maar komt nooit naar de les.



    Jongeren die schoolmoe zijn beginnen vaak als berekende spijbelaar. Ze gaan bewust niet naar lessen die hen niet interesseren. Naarmate de schoolmoeheid toeneemt, zal men een problematische spijbelaar worden. Deze hebben vaak geen specifieke aanleiding meer nodig om niet meer naar school te gaan. Spijbelen betekent niet dat ze gewoon thuis zitten. Vaak vertrekken de jongeren ‘s ochtends wel om de ouders in de waan te laten dat ze toch naar school zijn gegaan. Ze vullen bijvoorbeeld hun dag dan met rondhangen, vaak gewoon op openbare plaatsen. De thuisblijvers kunnen we ook in drie groepen indelen volgens de Vlaamse overheid.

     

    1. Thuisblijvers: persoon spijbelt alleen, blijft thuis. Ouders zijn vaak op de hoogte.
    2. Traditionele spijbelaars: personen spijbelen in groep, beslissen van dag tot dag. Ouders zijn niet op de hoogte.
    3. Ouder gedoogd sociale spijbelaars: persoon spijbelt zowel in groep als alleen, thuis als in het openbaar. Ouders zijn soms op de hoogte.

    Het is aan leerkrachten om vroegtijdig signaalverzuim vast te stellen. Wanneer een leerkracht merkt dat een leerling regelmatig niet in de les aanwezig is, zou deze dit meteen als een signaal moeten zien.

     

    Maak jouw eigen website met JouwWeb